Westers.nl

'Samen grijs worden'














'Samen grijs worden'

VERSLAG Meet-up VPRO Tegenlicht aflevering 'Samen grijs worden'
WINSCHOTEN - HarbourClub, Havenkade West 3
Donderdag 25 mei 2023 van 19.00-21.30 uur.


Download het verslag als PDF bestand

Wederom een fijne avond. Over woonvormen en 'samen grijs worden', over zaken waar je als 'ouder wordende mens' tegenaan loopt of misschien gaat lopen in relatie tot het wonen en de woonomgeving. Dank voor jullie bijdragen! Hierbij ontvangen jullie het verslag van de avond. Het verslag wordt ook toegestuurd aan de VPRO zodat zij weten hoe de discussie is verlopen in Winschoten. En we kunnen zelf de avond herbeleven door het verslag terug te lezen.

 

Op de presentielijsten hebben 37 personen hun naam en mailadres achtergelaten. Daarvan gaven 21 personen aan dat ze op de hoogte gehouden willen worden van de Tegenlicht Meetups in Winschoten. 36 personen gaven aan belangstellend te zijn in de coöperatie Goudvoormekaar en er hebben zich 5 personen gemeld als nieuw lig. Een prachtig resultaat!

 

Programma discussieavond Tegenlicht-meetup van 19.00 – 21.30 uur

 

Welkom / introductie

Bekijken Tegenlicht-aflevering 49 minuten

 

- Pauze 15 minuten –

 

Fragment 1: visie Jos de Blok - buurtwonen

Fragment 2: vrijheid in wonen

Fragment 3: moderne hofjes voor senioren

Terugkoppeling & afronding

 

Centraal op de discussieavond stond de vraag: Waar wil jij wonen op je oude dag?

 

Introductietekst bij het onderwerp van de Tegenlicht aflevering 'Samen grijs worden'

Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn. Hoe zorgen we voor de groeiende groep senioren van nu en later? Nederland staat aan de rand van een grijze golf. Als er niks verandert is in 2040 een derde van de bevolking grijs, zorgbehoevend en op zoek naar een passende woonvorm. De huidige generatie ouderen laat zich niet meer wegstoppen in grote centra aan de rand van de stad. Overal in het land ontstaan alternatieve ideeën en voorbeelden van hoe we beter en langer thuis kunnen wonen. De aflevering staat in het teken van de zoektocht naar denkers en doeners die niet wegduiken voor de grijze golf van morgen, die alternatieve woonvormen bedenken en onderzoeken hoe technologie mensen kan helpen langer zelfstandig te wonen. 

 

Landelijke Tegenlicht-Meetups

De introductie van de avond begon met informatie over het programma Tegenlicht van de VPRO en dat iedereen zelf een meetup kan organiseren. De Tegenlicht Meet-ups zijn ontstaan vanuit het idee om samen verder te kijken en tot constructieve ideeën te komen, waar de uitzendingen ophouden. 

Aan de hand van een onderwerp uit de meest recente of juist een oude aflevering gaan we samen in gesprek. De meet-ups worden door het hele land georganiseerd en zijn voor iedereen toegankelijk. Meetups worden provinciaal, in onderling overleg met de initiatiefnemers en de VPRO afgestemd. De VPRO stelt de aflevering en de fragmenten ter beschikking. Landelijk is er na de aflevering een meetup in Pakhuis de Zwijger. En kent u het archief van de toekomst al?

 

Organisatie Tegenlicht-Meetup in Winschoten

Gastheer: Wouter van de Kolk – voorzitter stichting Zo Willen Wij Wonen en eigenaar van Van de Kolk horeca- en gastvrijheidsadvies

Gastvrouw: Reina Boels – multiondernemer, Rein advies, Koploperproject, Alteveer Buiten

 

Initiatiefnemers coöperatie Goudvoormekaar: Paul van der Veldt – Paul is jarenlang eigenaar geweest van de biologische natuurwinkel Ekoplaza in Winschoten en Rudy Boers, oud-beleidsadviseur van Acantus, nu gepensioneerd, zetten zich nu vol in voor hofje in Winschoten.

 

 

Aansluitend keken we samen de volledige Tegenlicht-aflevering ‘Samen grijs worden. Deze aflevering werd op 10 oktober 2022 door de VPRO uitgezonden op televisie.

 

 

Wie zitten er in de zaal?

Na de koffiepauze startten we het programma met de vraag: wie zitten er in de zaal?

 

De mensen die hier zitten zijn geïnteresseerd in hun woontoekomst, maar willen zij bijvoorbeeld ook in een hofje wonen? Op de vraag wie graag in een hofje zou willen wonen werd enthousiast geantwoord, ongeveer de helft van de zaal stak zijn/haar hand op. Een persoon in de zaal gaf treffend aan: 'ik weet het nog niet!' Wel in een hof (dus niet in een hofje!). Ook vanuit een professionele achtergrond waren mensen aanwezig, twee medewerkers van woningcorporatie Acantus en een architect.

 

Reactie uit de zaal van Fenneke Groenbroek uit Veelerveen vertelt enthousiast: we zijn ook bezig met de ontwikkeling van een hofje in Vriescheloo en hebben veel interesse in de coöperatie gedachte en Goudvoormekaar. Architect Jan Mulder van Westers Architectuur stelt zich voor, hij is ook betrokken bij stichting Zo Willen Wij Wonen en ondersteunt zowel Goudvoormekaar alsook het initiatief in Vriescheloo.

 

 

 

Na op hoofdlijnen te weten wie er in de zaal zaten startte de discussie. Het eerste beeld wat hiertoe werd getoond was een persbericht. De meetup komt namelijk op een actueel moment, in de week van 25 mei publiceerde de gemeente Oldambt onderstaand nieuwsbericht. Paul en Rudy lichten dit nieuwsbericht ter plekke toe.

 

 

Persbericht 19 mei 2023: Oldambt wil nieuwe woonwijk met sociale insteek op Garst-locatie.

Reactie van Goudvoormekaar op het persbericht: Paul refereert aan een fragment in de aflevering, van een initiatiefnemer van het Knarrenhof die soms wel eens huilend naar huis ging omdat ze niet serieus genomen werd door bijvoorbeeld de gemeente of provincie. Ook de initiatiefnemers van Goudvoormekaar zijn al 7 jaar bezig met het ontwikkelen van een wooninitiatief in Winschoten. Er zijn vele beren op de weg gezien en het duurt heel lang voordat de beren verdwijnen, maar zo langzamerhand – Paul en Rudy zijn doorzetters – is er een ‘fijne’ groep burgers (zo’n 40 leden) die mee willen denken en actief meewerken. De groep ontwerpt zelf de volledige woongemeenschap. Zo worden bijvoorbeeld foto’s genomen van woningen die ze mooi vinden en die zijn op tafel gelegd en met elkaar besproken. Want wat vind jij nou mooi en wat ook niet, wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende voorbeelden. Op deze manier raken mensen steeds meer geïnteresseerd in hoe ze het zelf kunnen bedenken en doen wat betreft hoe zij willen wonen.

 

Het artikel in de krant is een mijlpaal voor coöperatie Goudvoormekaar. Na veel welwillende medewerking van de gemeente Oldambt en van Acantus lijkt het er op dat we daadwerkelijk de kans krijgen de woongemeenschap te realiseren op locatie De Garst. De locatie komt vrij in 2026. Dit voorstel van het college van B&W gaat nu naar de raad en die moet daar mee instemmen. De coöperatie heeft 17 locaties in beeld gebracht die geschikt zijn, in Winschoten en omgeving. Deze locaties zijn ook allemaal bezocht en vergeleken. De coöperatie heeft tevens aan het college aangegeven: stel nou dat een andere van de 17 locaties eerder vrij komt dan in 2026, dan houden we ons aanbevolen. Sommige van onze leden hebben namelijk haast en voor sommige leden komen de nieuwste ontwikkelingen helaas al te laat! Het duurt allemaal erg lang, maar Goudvoormekaar is heel blij dat we steeds dichterbij komen bij het verwezenlijken.

 

De locatie uit het persbericht geeft plaats voor 27 woningen in Winschoten en met nadruk: een combinatie van sociale huur, middenhuur en koop. Het is dus niet alleen voor de mensen met de dikke portemonnee maar voor iedereen moet het beschikbaar zijn. Daar pint de gemeente ons ook op vast, dit is een belangrijk uitgangspunt dat wij nastreven. Eigenlijk zijn we nog net zo enthousiast als 6,5 jaar geleden. Met wie je ook praat en overal waar je komt vinden mensen het een goed idee. Je kunt het uitstellen, nadenken over waar je later wilt wonen, maar er zijn een heleboel zaken die spelen bij die keuze: hoe ver wonen de kinderen en als er kinderen zijn, voor bijvoorbeeld mantelzorg, kunnen we dan het huis en de tuin nog aan want die zijn veel te groot. Wat als ik alleen kom te staan. Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen om je woonwensen nu al te gaan bedenken. Ik ken helaas een heleboel gevallen van mensen die hartstikke gelukkig zijn en een leuk leven hebben, een heup breken en binnen een maand ergens heen moeten waar ze niet heen willen. En ook soms verder weg, simpelweg omdat er geen plaats is. Hier moeten we allemaal over nadenken. Niet te lang uitstellen, houd eigen regie. Met Goudvoormekaar proberen we daar echt handen en voeten aan te geven.en locaties te realiseren waar mensen gelukkig kunnen worden en blijven.

 

We zien dat alle beleidsstukken van de overheid, van ministeries, provincies en van de gemeente aangeven dat dit soort dingen moeten gebeuren. Echter zit iedereen vast aan regelgeving, werktekorten, aan van allerlei knelpunten waardoor dit soort processen moeilijk tot realisatie komen. Dit soort avonden kunnen meehelpen om jullie te interesseren in wat er allemaal in Winschoten gebeurt en daar eventueel onderdeel van te worden. Er gebeuren hele mooie dingen!

 

Vraag van Wouter: kun je iets zeggen over de belangrijkste speerpunten/de thema’s van Goudvoormekaar?

 

Antwoord van Paul: we hebben gekozen voor 3 thema’s: 1) wonen natuurlijk – dit heeft prioriteit gekregen en daar hebben we het vanavond ook over 2) het welbevinden bevorderen en 3) voeding. Het bevorderen van welbevinden – waarbij heel belangrijk is om vereenzaming van mensen tegen te gaan - kan door bijvoorbeeld gemeenschappelijke ruimten te creëren waar mensen uitgenodigd worden om samen te komen, om samen te eten, ontmoetingen of kunstzinnige dingen te organiseren, cursussen, een concertje te geven bijvoorbeeld. Samen aan iets werken kan zingeving brengen. Paul spreekt uit: één ons welzijn scheelt één kilo zorg! Paul geeft het voorbeeld van Huize Valckenbosch in Zeist. Jaren geleden kreeg de organisatie de vraag of ze ook palliatieve zorg konden verleenden. Ja, dat wilden ze wel. 10 mensen in de laatste fase van hun leven werden opgenomen, maar ze gingen helemaal niet dood, ze leefden juist helemaal op! Ze hadden allemaal activiteiten, kunstzinnige activiteiten, een prachtige kamer. Hun kwaliteit van leven ging enorm omhoog. Dat zegt wel wat: als je geen regie meer hebt over je eigen leven: als mensen voor jou bepalen wat je moet eten, wanneer je moet eten, wanneer je moet gaan slapen, dan gaat het hard achteruit. Niet alleen spierweefsel, maar juist ook je zingeving, welbevinden en eigenwaarde. Ik vind dat wij plekken moeten creëren waar de eigenwaarde kan zegevieren. En dat kan zelfs geld schelen. Ik denk dat het een oplossing is waar onze overheid naar smacht. Het kan betaalbaar.

 

Na de uitzending van Tegenlicht in oktober 2022 heeft Goudvoormekaar Jos de Blok gebeld en hij is naar Winschoten gekomen om te praten over de gemeenschappelijke visie van beide initiatieven. Goudvoormekaar met hun woongemeenschap en Jos de Blok met zijn Buurtwonen concept. Het is niet dat we direct zijn concept overnemen, maar we kunnen elkaar wel versterken. Ik denk dat we de toekomst hebben. Wat we met Goudvoormekaar eigenlijk willen – en gelukkig zitten er ook jongeren in de zaal – is meer generaties bij elkaar laten wonen. Dus jongeren die nog niet nadenken over waar wil ik wonen als ik oud word, maar meer generaties bij elkaar, dat zouden we heel fijn vinden. Er ontstaat dan dynamiek. Ook ouderen kunnen zorgen voor meer jongere mensen, wat dacht je bijvoorbeeld van het organiseren van oppas in je eigen buurt! In het najaar willen we een symposium organiseren waar we meer laten zien hoe Goudvoormekaar op locatie De Garst eruit zou kunnen zien en hoe we dat kunnen organiseren en beheren met elkaar.

 

Als we duurzame en levensloopbestendige woningen gaan bouwen van duurzame en lokale bouwmaterialen, met biologische tuinen en met ook sociale huur, dan weten we zeker dat ook jongeren hierin geïnteresseerd zijn. We streven dus naar die mix van leeftijden. Van 0 tot 99 jaar. Van het thema voedsel weten we dat mensen dat heel belangrijk vinden in onze huidige achterban. Jij hebt de regie in wat je eet. Mensen willen niet afhankelijk zijn van de gaarkeukens in verpleeghuizen en tafeltje-dekje services. Ze willen het liefst vers en ook biologisch eten. Een mooie biologische voedseltuin zou heel goed passen bij het wooninitiatief. Wonen, welbevinden en voeding anders organiseren, dat zijn de 3 speerpunten van de coöperatie Goudvoormekaar.

 

Vraag uit de zaal: wat is het wezenlijke verschil in de realisatie van woningen van de coöperatie Goudvoormekaar met andere nieuwbouwprojecten op locatie De Garst?

 

Paul antwoordt: het wordt een project voor mensen tussen de 0 en 99 jaar, we willen biobased bouwen en een mensvriendelijke omgeving creëren. De leden van de coöperatie zijn naar interesse van de leden zelf ingedeeld in kringen, zo hebben we de kring architectuur en duurzaamheid. Zij onderzoeken bijvoorbeeld welke materialen we gaan gebruiken: hennep, vlas, stro en hoe de vormgeving er uit ziet. Ook de levensloopbestendige plattegrond is onderwerp van uitwerking, ook daar zijn heel veel oplossingen voor merken we.

 

Rudy vult aan: dit is een terechte vraag. Er worden in den lande natuurlijk dagelijks wijken en type woningen ontwikkeld. Rudy refereert naar zijn eerdere werkzaamheden bij Acantus. De woningen van Acantus worden ontwikkeld van achter een bureau, marktgericht, uiteraard met hulp van een architect en met de beste bedoelingen. Wat de coöperatie wil is van onderop met initiatiefnemers woningen ontwikkelen, met hulp van de toekomstige, geïnteresseerde leden – in kringen - en potentiële bewoners. Wel onder deskundige begeleiding, maar met de leden die nadenken over: hoe zouden we dat nou eigenlijk willen? Dat is het grote verschil met een ‘traditionele’ projectontwikkelaars of woningcorporatie.

 

We hebben ook nagedacht of we niet onder ‘Knarrenhof’ willen vallen. Knarrenhof is een landelijke organisatie, ze hebben mooie plattegronden ontwikkeld, alleen zijn zij ook weer een projectontwikkelaar. Ze hebben allerlei modellen en we zijn bang dat we ons dan ook weer moeten voegen naar hun concept. We zijn eigenwijs genoeg om te zeggen: dat moeten we zelf doen. Het kost je veel tijd, dat moeten we wel zeggen, maar gelukkig hebben we een aantal mensen vanuit de leden die ons ondersteunen. Ook hebben we een beetje geld gekregen, vanuit de aardbevingsgelden, we kunnen hierdoor dingen betalen, zoals de inzet van de expertise van Wouter en Jan. Je eigen enthousiasme en kennis en kunde houdt ook een keer op dus je moet er wel deskundige mensen bijhalen. Maar dat is het kenmerk van het initiatief Goudvoormekaar: van onderop, met hulp van deskundigen, maar wij houden de regie en het volledige eigenaarschap in het proces en over de inhoud.

 

Vraag uit de zaal: jullie ontwikkelen dus mét de potentiële bewoners?

 

Antwoord van Rudy: Ja, we hebben nu zo’n 40 leden en we hebben nu dus een plan dat verder uitgewerkt moet worden. We gaan voor nu uit van 27 woningen, dat kunnen 29 zijn, of 25. We willen en zijn met de potentiële bewoners de woningen aan het ontwerpen en ontwikkelen. Dat is ook één van de redenen waarom we dit soort bijeenkomsten organiseren. We hebben eigenlijk ook meer mensen – leden – nodig. Want niet iedereen die lid is van ons zegt: ik wil daar (lees: de locatie De Garst) wonen of ik kijk nog even de kat uit de boom? We staan dus open voor nieuwe leden, als er dus mensen die denken: ik wil meedenken, meld je bij ons aan. Dus dat is het principe: de potentiële bewoner ontwikkelt mee.

 

 

Vraag uit de zaal: is dat dan ook het wezenlijk verschil met het Knarrenhof?

 

Het Knarrenhof, waarvan de ontwikkeling is gestart in Zwolle, heeft inmiddels een architect in dienst en mensen die in vastgoed en financiering thuis zijn. Ze bieden het concept aan initiatiefnemers op verschillende locaties in het land kant en klaar aan. En dan natuurlijk ook wel met mensen uit de plaats of omgeving zelf, ze komen vaak in contact met mensen die er van hebben gehoord. Je hoeft niet alles zelf meer te ontwikkelen. Daarmee wordt ook het eigenaarschap over het proces en inhoud meer uit handen genomen. Dat is in feite het fundamentele verschil.

 

Na de toelichting op het persbericht van de gemeente Oldambt en de plannen van coöperatie Goudvoormekaar startte de discussie aan de hand van de fragmenten uit de aflevering 'Samen grijs worden'.

 

We hebben 3 fragmenten uitgekozen, deze spraken ons het meest aan.

 

We beginnen met Fragment 1: de visie Jos de Blok – Buurtwonen.

 

Samenvatting fragment 1: zorgondernemer Jos de Blok is met dertig gemeenten in gesprek over het woonzorgconcept ' Buurtwonen'. Hierbij worden woningen voor kwetsbare ouderen gebouwd in hun eigen dorp of wijk. Dat sluit aan bij de wensen van het kabinet, dat van mening is dat wonen in het verpleeghuis z’n langste tijd heeft gehad.

 

Jos de Blok zou niet willen dat zijn moeder in een verzorgings- of verpleeghuis terecht komt. Volgens hem is een verpleeghuis een plek waar heel veel mensen helemaal niet willen zijn. Het is helemaal geen natuurlijke omgeving. Wat ik zou willen is dat mensen tot het einde van hun leven in een natuurlijke omgeving kunnen zijn, waar ze kinderen kunnen zien, alle dagelijkse dingen kunnen beleven. De geur van vers gebakken brood kunnen ruiken bijvoorbeeld. Kruiden in de tuin kunnen ruiken en gebruiken. In plaats van dat je in een omgeving zit waar elke week wel iemand overlijdt. Want dat is de realiteit in een verpleeghuis. Er ligt een directe link met top-down management denken en het willen vertalen in allerlei richtlijnen en protocollen, regels en noem maar op om risico’s te willen voorkomen. Dus we hebben verpleeghuizen voor mensen die dementerend zijn of bepaalde lichamelijke of fysieke beperkingen hebben en die zetten we allemaal bij elkaar in groepjes. In mijn beleving is dat een concentratie van problemen. Er zijn veel mensen die op een vrij abrupte manier in een verpleeghuis zijn gekomen, die binnen een half jaar depressief zijn en overlijden. Dus omdat ze gewoon met een ongelooflijk grote verandering te maken hebben in hun leven die helemaal niet past bij hun levensstijl. Dus wij denken dat het verpleeghuis een oplossing is terwijl ik denk dat het helemaal geen oplossing is.

 

Zorgbehoevenden zijn in de toekomst aangewezen op hulp en zorg thuis. Ouderenzorg wordt naar de mening van Jos te veel gemedicaliseerd. ‘Veel van wat wij de zorg hebben ingetrokken, kan zónder zorgverleners’. Geschikte woonconcepten kunnen de vraag naar ouderenzorg verminderen. Maar levensloopbestendige woningen zonder drempels en trappen zijn nauwelijks beschikbaar. ‘Ouderen die voldoende geld hebben, kunnen vaak zelf nog wel iets regelen in zorgvilla’s of andere particuliere instellingen’, aldus De Blok. Voor mensen met een laag of zelfs middeninkomen valt er niks te kiezen.

 

Start discussie n.a.v. kijken fragment 1

 

Reactie uit de zaal van Eelke Wiersma: er is een voorbeeld van een mantelzorger, die heeft een concept naar wonen ontwikkeld wat zij Waardig Wonen heeft genoemd. Het is geen verpleeghuis, het is een gewone woning in een gewone wijk waar 5 tot 6 mensen wonen die anders de verpleeghuiszorg in zouden gaan. Deze mensen kunnen niet meer thuis wonen, dat is niet mogelijk, maar met een dergelijke kleinschalige woonvoorziening kunnen ze wel in hun wijk blijven wonen. Ze doen samen boodschappen en ze doen allerhande huishoudelijke taken zoals aardappels schillen of koken. Er zijn heel veel dagelijkse activiteiten waar mensen aan mee doen. Er volgt een voorbeeld van hoe ver de regels gaan: er was een boer die vroeger van zijn vrouw een emmer met aardappelen schilde, dat deed hij heel vlug. In het verpleeghuis deed hij hier 1,5 uur over. De inspectie kwam langs en die vroegen hoe het zat met het schilmesje. Dat was te risicovol, terwijl de boer dat wel gewend was. Dit mocht niet meer, dus toen moesten ze iets anders verzinnen en toen kwam er een kostenverhogende activiteitenbegeleider. Als je een hoog inkomen hebt dan kom je in zorgvilla’s terecht, waar de kosten voor wonen al € 800,- per maand is, naast de zorg. Mensen met een AOW en eventueel een klein aanvullend pensioen, die zijn afhankelijk van wat de corporaties ontwikkelen. Wonen voor ouderen zou moeten in een normale wijk, in een normale woning als gewone mensen.

 

Reactie uit de zaal van Piet van Geffen, mede-initiatiefnemer van Zo Willen Wedde, Vriescheloo en Veelerveen Wonen. Tevens voorzitter dorpsraad Wedde: Wat mij in dit verhaal opvalt is dat het bijna normaal wonen is. Normaal is met je partner samen oud wonen en regelen dat er thuiszorg komt. Dit is kleinschaliger en veel natuurlijker, maar nog steeds niet hoe ik zou willen wonen.

 

Reactie uit de zaal van Marieke Dijks: 11 jaar mantelzorger. Sinds twee maanden is mijn man vanwege dementie opgenomen. We zijn een jaar lang op zoek geweest naar een plek. Na een bezoek aan verschillende verpleeghuizen zat ik huilend in de auto terug naar huis. Zo erg vond ik het, zat hij op een groep, maar dat is niet geschikt voor iedereen. Mijn man is een wegloper. En dan kom je niet in zo’n kleinschalig huis terecht. Het is niet voor iedereen weggelegd. Je moet ook in een groep passen. Want anders kun je de hele groep verstoren. Op dit moment zit mijn man in Borger, in een zorgboerderij van Icare met 8 mensen, een tuin en de deur staat altijd open.

 

Reactie uit de zaal: over het fragment met Jos de Blok: hij praat over zijn moeder, terwijl zijn moeder ook zelf het initiatief kan nemen. Hij (Jos) heeft er mogelijk meer ervaring mee, is de conclusie van de zaal. Paul vult aan: een vraag die we van een lid kregen was: kunnen jullie me garanderen dat ik er altijd mag blijven wonen, tot aan de laatste snik? Tsja, dat kunnen we niet. Wat we wel kunnen doen is een groep mensen bij elkaar brengen die af en toe bepaalde taken voor elkaar kunnen doen. Echte zorgtaken, daar kun je bijvoorbeeld thuiszorg voor inschakelen. Maar het kleine helpen, dat kan al zo veel schelen. Even kijken of ze er nog is, soms of iemand nog leeft, of nog iets nodig heeft. Samen kun je dingen verzinnen waardoor het leven toch weer door kan gaan, waardoor je weer verder kunt. Het hoeven niet altijd grote dingen te zijn, of uitgevoerd door dure instanties. De mensen die samen in een hof of gemeenschap gaan wonen kunnen best wat voor elkaar betekenen. Dat vragen we ook van toekomstige bewoners, welke locatie ook, om af en toe eens iets voor een ander te doen.

 

Reactie uit de zaal: bij mij komt iedere morgen – in de stationsstraat in Scheemda - een grote bakfiets langs van Buurtzorg. Weet iemand wat dat is? Niemand weet van de bakfiets. We vermoeden dat het iemand van een thuiszorgteam is. Verder weten we van Buurtzorg dat het hele kleine, flexibele en zelfsturende teams van zorgmensen zijn die snel kunnen schakelen in geval van nood. Goudvoormekaar onderzoekt of het gaat samenwerken met Buurtzorg.

 

Er zijn meer zorgverleners, zo is er een vrouw aanwezig in de zaal die bij TSN heeft gewerkt, dit is ook een prima zorgaanbieder. Iemand anders: het nadeel van Buurtzorg is, dat het een economisch model is. En Paul de Blok mag graag in de belangstelling staan en zijn economische model uitdragen. Daarom scoort hij ook zo goed bij de overheid en zelfs internationaal. Hierbij wordt vergeten dat er talloze andere zorgorganisaties zijn die ook goed werk leveren, alleen Buurtzorg heeft het op een andere manier georganiseerd.

 

Vraag uit de zaal: is het in de nabije toekomst nog haalbaar dat er mensen komen om je steunkousen aan te trekken? De conclusie is: nee, dat is niet meer haalbaar. Dus daar moeten we iets voor verzinnen. Paul zegt we hebben geen extra verpleeghuizen meer nodig hebben en tegenwoordig is er ook weer de discussie aan de gang: hadden we nog maar verzorgingshuizen, als tussenvorm tussen thuis en een verpleeghuis. Maar de tussenvorm is wegbezuinigd. Maar iedereen thuis laten wonen, met zorg aan huis, dat is toch wel een haalbaar concept? De zaal stemt voorzichtig in. We zullen het met elkaar op de een of andere manier (iets) anders moeten organiseren.

 

Antwoord van Paul: die donkere wolk, die dreigt.

 

Reactie van Wouter: het is een wat sombere conclusie van het eerste fragment en de daaropvolgende discussie, maar het is wel een conclusie.

 

We gaan naar het volgende fragment.

 

 

Fragment 2: Vrijheid in wonen

 

Samenvatting fragment 2: Kijk, weet je wat het is. Je bent erg beperkt als je niet meer kan lopen. Dit (de scootmobiel) staat voor vrijheid. Hiermee kun je doen wat jij wilt. Voor mij ben ik hiermee uit de gevangenis. Want anders zit je in een huis, netjes in een kamer, je wordt keurig verzorgd. Nu kan ik zelf bepalen waar ik heen wil en wanneer ik er heen wil. Dit is vrijheid. De optocht van scootmobiels en de sketch van Van Kooten en De Bie ‘krasse knarren in goede doen’ komen voorbij in het fragment. Hierbij kan hij zijn motor niet in de inpandige schuur stallen omdat de motor niet naar binnen kan; het stuur past niet door de gang. Hij geeft aan dat mensen van 50 volgens de ontwerper van het pand geen motor meer mogen rijden, maar een snorfiets. Nou, forget it. In Zwolle, een burgerinitiatief in wonen, hebben ze goed opgelet. Daar hebben motorrijders meegedacht in het ontwerp van het reeds gerealiseerde hof. Aan motorrijders is gedacht, de leden van de motorclub waren aanwezig bij de opening van het hof, om het geheel wat cachet te geven. Want we zijn anders dan onze ouders: we zijn van de generatie van de Rolling Stones en Beatles.

 

Conclusie van het fragment: ouderen willen zelf volledige vrijheid hebben in wat ze gaan doen, wanneer ze dat gaan doen en met wie ze dat gaan doen. De vrijheid in kunnen wonen zoals je dat zelf wilt, gecombineerd met de mobiele vrijheid van bijvoorbeeld een scootmobiel, is zeer belangrijk. Ouderen willen niet betutteld worden en ze willen zelf hun dagindeling en -invulling bepalen. 

 

Start discussie n.a.v kijken fragment 2

 

Vraag van Reina aan de mensen in de zaal: wie rijdt er motor? Toch een paar handen gaan omhoog!

 

De strekking van het fragment is in ieder geval duidelijk geeft de zaal aan. Ze voelen zich ook van de Rolling Stones generatie. Wij zijn van de generatie die per definitie ‘nee’ zeggen.

 

Reactie uit de zaal van Hein Hilarides: ik vind dit wel mooi, wel kenmerkend, als ik het woord ‘knarren al hoor, dan krijg ik een ‘rolberoerte’ (er wordt instemmend gereageerd in de zaal, we willen niet als knar worden betiteld!). Ik wil in een gezellige woongemeenschap wonen waar je wat voor elkaar kunt doen, en er moeten dan niet allemaal mensen wonen die al bijna klaar zijn voor een verpleeghuis. Ik denk ook niet dat Goudvoormekaar dat als doelstelling heeft. Ik zat voor mezelf even hardop te denken: als we het toch hebben over de Stones periode, toen je een kopje suiker haalde bij de buurvrouw, of de buurvrouw die hielp met de was als moeders ziek was, die mentaliteit, die mensen, die hebben we nodig voor zo’n initiatief.

 

 

Reactie van Paul: hij kreeg net een berichtje van iemand die aangaf dat ze het in Gasselte ook hadden geprobeerd om een hof te starten, maar dat was helemaal mislukt want de groep viel uit elkaar dus dat wordt niet wat. Paul heeft gezegd: het is inderdaad zo dat we op dit moment een heel egoïstische samenleving hebben, mensen hebben moeite met het onderhouden van sociale contacten. Dat zijn we een beetje kwijt geraakt, we zitten allemaal op ons eigen eilandje. We hebben met Goudvoormekaar ook een heel aantal projecten bezocht in Nederland en de gemiddelde reacties zijn heel goed.

 

Reeds gerealiseerde voorbeeldprojecten die Goudvoormekaar bezocht heeft:


 

 

 

 

 

Mensen die er al meerdere jaren wonen geven aan heel gelukkig te zijn. Mensen vragen wel: moet ik niet te veel doen voor andere mensen als ik er woon, maar als je de verhalen hoort van mensen die zo blij zijn dat ze een woonvorm hebben waar ze zelfstandig kunnen blijven, af en toe wat hulp nodig zijn en als er echt grote hulp nodig is, dan komt er iemand van thuiszorg. Mensen zijn heel gelukkig. Ik hoor ook de verhalen van mensen die niet op tijd waren. Nou, daar griezel ik van. Ik wil daarom graag voor mijn toekomst nu al iets bedenken.

 

 

Vraag van Wouter aan de mensen in de zaal: zijn er mensen die wel in een hof zouden willen wonen? Een Knarrenhof, zo moet het niet heten, die benaming ‘knar’ klinkt veel te negatief vonden we al. En helemaal als het ook de bedoeling is dat er ook nog jonge mensen moeten wonen, dan is het woord knar ook niet wat ze willen horen.

 

Reactie uit de zaal van Fenneke Groenbroek uit Veelerveen. Ze vult aan, geeft aan hoe zij bezig zijn. Het initiatief in Vriescheloo bevat meer samenwerking, andere woonvormen, biobased bouwen, noaberschap en een gemeenschappelijke tuin. Dat zijn de uitgangspunten van het initiatief in Vriescheloo. Als ik kijk naar Knarrenhof: iedereen kan inschrijven met de behoefte om elkaar hulp te bieden, maar het uitgangspunt van Vriescheloo is heel anders omdat het vooral met dorpelingen wordt ontwikkeld.

 

Reactie uit de zaal van Marga Noordhof: Ze geeft aan dat het verschijnsel ‘hof’ of hofje al heel oud is. Ze verwijst naar haar naam: Noordhof, dat zou ook een link kunnen zijn naar wonen, van vroeger, met elkaar, met oude dames. Zo nieuw is het dus helemaal niet. Als voorbeeld wordt de stad Groningen genoemd, waar ook meerdere hofjes zijn.

 

Een stukje 'hofjes' geschiedenis – achtergrondinformatie

 

Volgens Wikipedia heeft een ‘hofje’ te maken met de opbouw: meestal een verzameling kleinere huizen rond een gemeenschappelijk binnenterrein/binnenplaats (nu vaak een tuin). Op dat binnenterrein waren in vroeger tijden de gemeenschappelijke voorzieningen te vinden, zoals 'privaten' (toiletten) en een wasgelegenheid. Een hofje is vaak ommuurd en alleen toegankelijk via 1 of 2 ingangen die in vroegere tijden vaak om 22 uur werden afgesloten. Op die manier kon niemand ongemerkt binnenkomen. Vele hofjes hadden een portier die de poorten sloot, deze portier was in dienst van de stichting die het hofje beheerde. De stichting werd bestuurd door rijke heren en dames: de regenten. Deze regenten wezen ook de woningen toe. In de stad Groningen zijn ook nog een aantal historische hofjes te vinden:


 

 


Antwoord van Paul: ik denk dat onze leden een gesloten hofje met een muur er omheen, waarbij iedereen in elkaars voordeur kijkt, niet zien zitten. Je kunt met blokjes zo schuiven dat je meer uitzicht hebt en niet per se ziet of de buurvrouw wel de was heeft opgehangen. Dat laatste wordt door de leden als minder prettig gezien. En in een hofje zoals die in Groningen, daar zijn heel strikte regels, daar moet je tegen kunnen! Een hofje is leuk, maar wel aangepast aan onze tijd, met privacy.

 

 

Volgende fragment.

 

Fragment 3: Moderne hofjes voor senioren

 

Samenvatting fragment 3: Er volgt een interview met een Friese meneer - die zichzelf geen knar vindt, hij heeft zijn jongste tijd gehad – die wel heeft gehoord van het Knarrenhof. Maar hij wil zelf (nog) niet in een klein huisje wonen zo lang ze nog op de plek kunnen wonen waar ze nu wonen, hijzelf met hulp van zijn vrouw. Op zolder hoeven ze niet veel meer te doen, de kinderen wonen vlakbij Roermond, die komen een paar keer per jaar en dan slapen die boven. De ruimte voor de kinderen om te komen logeren is fijn. Hij gaat niet naar de bijeenkomst van het Knarrenhof want hij is hartstikke doof. Zijn vrouw gaat waarschijnlijk wel en die brengt uitgebreid verslag aan hem uit over de bijeenkomst.

 

In een dorp in Friesland wordt een Knarrenhof gebouwd. Een hof voor vooral oudere mensen die naast wonen ook de zorg voor elkaar, het 'noaberschap', hoog in het vaandel hebben. In het Knarrenhof komen woningen met verschillende afmetingen: afgestemd op de wensen van de bewoners en zowel koop als huur. De interesse voor deze vorm van wonen is groot.


Start discussie n.a.v kijken fragment 3

 

 

Vraag van Wouter aan de mensen in de zaal: hoe is dat voor u? Zou u, in tegelstelling tot de man uit het fragment, wél willen verhuizen?

 

Reactie uit de zaal: Dat is een groot dilemma. Wij wonen nog best mooi, zelfs levensloopbestendig, alles gelijkvloers, maar wel een enorme grote tuin. Mijn man en ik kunnen het allemaal nog doen, maar wanneer is nou het moment dat dat niet meer kan? Het kan morgen zijn, maar het kan ook over 10 jaar zijn. Ik vind het heel moeilijk om daar iets over te zeggen.

 

Antwoord van Rudy: precies daarom zijn wij ook het Goudvoormekaar initiatief gestart, om juist dit vraagstuk – Paul en ik zijn een beetje van dezelfde leeftijd – te gaan beantwoorden. Maar over 10 jaar, dan zijn we achter in de 70, heb je dan nog de energie, de fut om daar achteraan te lopen? Wij hebben de conclusie getrokken, nee, je moet nu beginnen. En dat wil niet eens zeggen, dat we die locatie aangeboden krijgen, dat wij daar zelf ook gaan wonen. En dat we zeggen: we laten onze beurt eerst nog even voorbij gaan. Maar het dilemma is precies wat je zegt, we hebben het allemaal wel gezien in de familiekring, dat iemand net te laat was. Ik heb het met mijn moeder meegemaakt en dat je dacht: had ik het maar geweten. Als het niet meer gaat, dan moet je altijd concessies doen. Een gewenste plek is vaak niet beschikbaar bijvoorbeeld, dat wil je voorkomen. Dat is het motief waarom wij daar nu zo voor inzetten. Je kunt het nu doen. Je doet het niet alleen voor jezelf, maar ook voor elkaar. En je hoopt dat je op tijd bent.

 

Reactie uit de zaal: ik woon in een boerderijtje met een grote tuin en ik denk, dat je het op tijd moet doen. Want over 10 jaar, dan kun je niet meer makkelijk rijden met de auto overal naar toe, je maakt minder makkelijk contact.

 

Reactie uit de zaal van Anniek Klein: samen met Piet van Geffen zijn wij van de dorpsraad Wedde en we zijn bezig om iets te doen en wel in het gemeentehuis van Wedde, want dat staat nu leeg. Het is gestart met de wil om iets te gaan doen voor Vriescheloo, Veelerveen en Wedde. Er ontstond een vraag en behoefte vanuit: ja, ik woon mijn leven lang al in het dorp Wedde, Vriescheloo of Veelerveen. En als het niet meer lukt, dan moet ik hier weg. Dat is natuurlijk heel anders dan in Winschoten. In Wedde, Vriescheloo en Veelerveen zijn bijna allemaal vrijstaande huizen in particulier bezit met een heel klein stukje woningen die geschikt zijn voor sociale huur. We merken ook dat we inwoners enthousiast krijgen over de plannen, we zijn samen met Jan en Wouter zijn we aan het brainstormen geweest. Enthousiaste mensen zaten in de zaal, hebben meegedacht, over goh, wat wil ik wel en wat wil ik niet. Het is heel verrassend om te merken dat de uitkomst uit de dorpen heel verschillend zijn. Het is in Wedde, mogelijk ook doordat dat gemeentehuis leeg komt te staan en op een hele mooie plek ligt, een hele andere behoefte is dan in bijvoorbeeld Vriescheloo en Veelerveen. Wat wij nu merken als een soort initiatiefgroep, ondersteund door deskundigen, dat de vraag boven komt van hoe kunnen wij mensen aan ons binden die waarschijnlijk wel denken: wanneer is het nu de tijd of wanneer is het ook vooral nog niet de tijd. Vanuit ons is dat dan ook een vraag aan Goudvoormekaar: wat hebben jullie hiervoor gedaan? Winschoten is natuurlijk groter dan Wedde. Wat we horen is dat mensen het leuk vinden, en interessant, maar nog niet voor mij. En dat nog niet voor mij betekent eigenlijk: ga gerust door met ontwikkelen, ik zie wel als er iets is en dan denk ik er nog wel over na. Terwijl je op voorhand juist wel mensen wilt hebben die met jou gaan denken en dat het wordt zoals mensen graag willen.

 

Reactie van Paul: die reacties herken ik helemaal. Mensen zijn hartstikke enthousiast en wat leuk, ik wacht wel af tot jullie wat hebben en dan aangeven dat ze nog lang niet willen verhuizen. Maar ik denk dat het bewustzijn groeit. De bewustheid groeit dat de huidige zorg niet meer financieel haalbaar is, dat de tuinen allemaal te groot zijn – we hebben ook veel leden buiten Winschoten die grote tuinen (en huizen) hebben, die kunnen ze eigenlijk nauwelijks meer onderhouden, dit gaat met veel moeite gepaard, zeker als de partner wegvalt. Voor de gemeente is het trouwens een voordeel dat de grotere huizen vrijkomen omdat bewoners bij elkaar willen wonen in zo een woongemeenschap.

 

Anekdote: Mijn eigen schoonvader gaf aan op 80-jarige leeftijd: ik wil niet meer wonen in zo’n eengezinshuis, dat wil ik niet meer. Wij waren daarover zeer verbaasd, het was een hartstikke mooi huis, zag er ook nog netjes uit. Maar hij wilde naar een kleinere woning en wel een aanleunwoning. Wij zijn er zo dankbaar voor dat hij de laatste jaren dat heeft gedaan. We hoefden veel minder spullen op te ruimen toen hij kwam te overlijden, maar een kleinere woning was voor hem op die leeftijd veel overzichtelijker, het oorspronkelijke huis en tuin was hem veel te groot. Hij zag dit op tijd in, wij zagen dat niet aankomen. Maar hij heeft gelijk gehad. En ik denk dat bij steeds meer mensen het bewustzijn er is dat we niet zo door kunnen gaan zoals we nu op dit moment doen. Daar word je niet gelukkiger van. En als het moet, dan heb je geen keus, dan is er geen plaats meer en dan wordt het uit je handen genomen. Je zult nu iets moeten doen!

 

Reactie uit de zaal, een kleine aanvulling. Ten aanzien van het gevoel van urgentie, ik denk dat mensen er ook gewoon aan moeten wennen. Wij zijn nu ongeveer een half jaar bij Goudvoormekaar betrokken en we merken nu dat het begint te leven. Maar dat is niet iets van gisteren, toen was het niet nodig en morgen wel. Dat is misschien ook in die dorpen zo. Als je er meer over praat dan hebben mensen eerder het gevoel krijgen van, ja, dat lijkt me wel wat. En het staat er ook nog niet, dus die tijd heb je dan ook nog om te beslissen ik ga of ik ga niet. Het is een fase denk ik. Paul vult aan: en zeker als je dan ook nog samen de woningen gaat ontwerpen, waarbij allerlei keuzes langskomen, die je zelf kunt bepalen. Nog een toevoeging: je kunt ook nog het idee hebben dat je niet hoeft, maar daarom kun je wel meedenken! Want er komt een moment dat het wel zo ver is. En dan heb je al kunnen meedenken. Ik denk ook, dat als we de eerste locatie hebben gerealiseerd, dat we dan een wachtlijst hebben.

 

Reactie van Rudy: ik wil toch een kleine nuance maken. Een hof is niet de oplossing voor alle problemen. Maar wij weten ook dat een woongemeenschap niet voor iedereen geschikt is. Mensen zijn heel individueel, laat me maar lekker in mijn eigen woning, lekker mijn eigen gang gaan. Niet verplicht een praatje met de buurman als ik door de tuin loop. Die mensen heb je natuurlijk ook. Er zijn mensen die daar bewust voor kiezen. Er zijn 90-jarigen die in een gewone eengezinswoning in een gewone straat wonen. Wij vinden een woonhof een ideale vorm om een aantal ‘problemen’ zoals bijvoorbeeld zorg te lijf te gaan, eenzaamheid tegen te gaan en gezelligheid te bevorderen. Maar dat wil niet zeggen dat dat voor iedereen geldt, want het moet wel een beetje bij je passen. Mensen moeten het leuk vinden om bijvoorbeeld af en toe in de gezamenlijke ruimte iets met elkaar te doen, een kaartje leggen of koffie drinken, samen naar de bioscoop of naar het theater gaan. Je hebt ook mensen waarvoor dit niet hoeft. Die kiezen hun eigen weg. Die nuance wilde ik even aanbrengen.

 

Paul vult aan: of samen de krant, of samen een deelauto. Wat ik verrassend vond aan het Ebbingehof, daar zijn we laatst geweest, dat is ook een woongroep voor mensen, een soort hofje is gerealiseerd is het volgende. We spraken met iemand die zag het wel zitten maar de partner zag het totaal niet zitten om zoiets te doen. En ze zijn het toch gaan doen, en wie zijn nu het meest enthousiast daar: die parners! Die zijn niet weg te krijgen, die doen overal aan mee. Dat is toch ook wel heel bijzonder.

 

Vraag uit de zaal: we zijn heel erg nieuwsgierig naar hoe Acantus er in staat, hier naar kijkt, onder andere ook omdat hier sociale huurwoningen worden gerealiseerd. Ik neem aan dat de heren van Acantus daar ook bij betrokken zijn?

 

Als er sociale woningbouw wordt toegevoegd, is er ook ruimte voor de plaatsing van bijvoorbeeld verslaafden, statushouders, alleenstaande tienermoeders? Hoe verhoudt het project van Goudvoormekaar zich tot Acantus?

 

Antwoord van Rudy: De initiatiefnemers van Goudvoormekaar hebben direct in het begin gevraagd: willen jullie meedoen? Acantus heeft al een aantal woningen in een hof in Winschoten, bijvoorbeeld het Botanicahof. Daarin zitten dus huur- en koopwoningen, maar ik heb in het verleden situaties meegemaakt dat er woningen leeg stonden. In een woongemeenschap willen we wel graag mensen die een beetje hetzelfde gevoel hebben, het samen wonen. Goudvoormekaar heeft de volgende afspraak gemaakt met de directeur van Acantus. Goudvoormekaar gaat ontwikkelen, we houden Acantus op de hoogte, en jullie moeten niet de regie door ons (Acantus) laten afpakken. Die deal is gemaakt. Acantus heeft zijn eigen doelstelling. Zij heeft een bepaalde doelgroep te huisvesten. Wij zijn vrij om bepaalde mensen in onze woongemeenschap te laten wonen die dat zelf mogen bepalen. Hoe dat uitpakt, dat moet je nog zien. Wat betekent dat in de praktijk?

 

Antwoord van medewerker Acantus: We hebben op meerdere plekken wel woonvormen, voor de toewijzing wordt rekening gehouden met de doelstelling van Acantus, maar ook met leegstand en hoe daarmee om te gaan. Dan wordt het wel weer spannend. In Delfzijl hebben we ook een woonvorm, en het Botanicahof, waar ook met een bewonerscommissie spelregels worden vastgelegd over de toewijzing. Stel dat het niet lukt om binnen de spelregels een woning toe te wijzen, er is leegstand, er is geen wachtlijst, en er zijn geen mensen voor, dan uiteindelijk gekozen worden om een woning te verhuren aan de reguliere doelgroep van Acantus. Daarbinnen hebben wij ook altijd nog de doelgroep 55+. Daar zijn meer mogelijkheden. Om vast te leggen dat dat de primaire doelgroep is. Als dit tot ontwikkeling komt, en Acantus zou woningen afnemen binnen het concept, dat dan ook heel duidelijke spelregels moeten worden afgesproken. Dit is het enige wat we hierover nu kunnen zeggen. We hebben vanuit de wet te maken met een aantal spelregels, passend toewijzen naar inkomen, daar kunnen we vrijwel niet van afwijken. Passend toewijzen is dat er bij een bepaald maximum inkomen een bepaalde huurprijs wordt gehanteerd. Hoe duurder de woning, hoe hoger het inkomen mag zijn.

 

Vraag uit de zaal: wie bepaalt die huurprijs?

 

Antwoord van medewerker Acantus: Dat is iets van Acantus. De huurprijs zegt ook iets over de haalbaarheid van het project. Uiteindelijk is dat altijd een afweging, bij een woningcorporatie hoort bij een investering hoort ook een inkomstenstroom. Dit type woningen zullen niet de hoogste huurprijzen zijn, behorende bij het sociaal segment.

 

Rudy vult aan: nog een voorbeeld, het Ebbingehof op het Boterdiep, in de stad Groningen, een complex dat is gebouwd met 40 woningen. De mensen daar hebben met elkaar afgesproken: wij gaan zelf verhuren. Wij gaan niet naar de woningcorporatie. We gaan het niet verkopen, we hebben een huurprijs vastgesteld per woning, woningen van verschillende groottes. De gemeente heeft gezegd een bijdrage te willen verstrekken, maar dan moet je wel 8 tot 10 sociale huurwoningen in dat complex realiseren. Dat betekent een huur beneden de 800 euro per maand en dat dit voor een specifieke doelgroep is. En je kunt ook zeggen met elkaar, dat willen wij niet, wij willen minimaal 1000 euro huur vragen. Dat financiert makkelijker. Wij zeggen; we willen ook juist voor mensen met een lager inkomen de mogelijkheid bieden te kunnen wonen bij Goudvoormekaar, al of niet in samenwerking met Acantus. Of en hoe we dat met elkaar gaan aanpakken is op dit moment nog onderwerp van gesprek.

 

Paul vult aan: wat we heel serieus overwegen is, ondanks dat we een samenwerking hebben met Acantus, is om zelf een wooncoöperatie op te richten. Dat scheelt in kosten, de coöperatie hoeft geen winst te maken, en we kunnen het toewijzingsbeleid volledig zelf regelen. We zijn ook lid van Cooplink, een organisatie die wooncoöperaties ondersteund.

 

Vraag uit de zaal: jullie worden een soort Acantus 2.0? Wouter: er is 1 wezenlijk verschil: het gaat om een coöperatie, geen corporatie. Je hebt dan niet van doen met de wet- en regelgeving voor woningcorporaties.

 

Reactie uit de zaal: bij Acantus heb je nog altijd je punten die je moet hebben om ergens voor in aanmerking te komen. Wouter: zeker, maar in het kader van omdenken: jullie waren op zoek naar meer jeugd toch, op dit moment? Als we daar dan de selectiecriteria op kunnen toepassen in samenwerking met Acantus, vanuit hun mogelijkheden om aan specifieke doelgroepen woningen toe te wijzen, dan heb je de jeugd ook binnen bij Goudvoormekaar.

 

Reactie uit de zaal, ook gericht aan Acantus: nieuwbouw duurt me allemaal veel te lang, ik ben al een beetje ouder, ik bedoel, ik zit er eigenlijk op te wachten. Kan het niet sneller? Wat hier leeg staat zijn kerken en oude boerderijen. Die moet je natuurlijk helemaal isoleren, maar zou dat sneller zijn? Is dat duurder of goedkoper? Het gemeentehuis in Scheemda wordt als ander voorbeeld genoemd. Kunnen daar niet snel woningen in? Acantus: We kunnen niet op de stoel van de gemeente gaan zitten, het gemeentehuis in Scheemda is van de gemeente Oldambt.

 

Reactie uit de zaal van Jan Mulder: wat je kunt leren van vanavond is, dat er overal initiatieven zijn, dus als u iets wilt, dan vindt u hier uw medestanders met wie u kunt spiegelen, van hoe kan ik dit nou aanvliegen. Dan wordt het interessant. Als u goede voorbeelden heeft, mogelijk is Acantus dan in staat om bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband iets te organiseren.

 

Wouter geeft een samenvatting van de avond.

De vraag van de avond was: waar wil jij wonen op je oude dag? Daar hebben we nu stof tot nadenken over gekregen en besproken. En het is ook goed om na te denken over de groeiende groep senioren. Het moet niet te lang duren. Er zijn natuurlijk veel oplossingen voor de ‘grijze golf’ nodig.

 

Wat voor mij overheerst is dat het enorm ingewikkeld is, over waar wil je misschien wel wonen over een jaar of over 5 jaar of over 10 of 20 jaar. Want ga het maar eens bedenken. Je weet niet wat er op dat moment aan de hand is, hoe je in het leven staat, met wie je op dat moment misschien wel samenwoont, met alle onzekerheden, laat staan de sociale netwerken, of je die op dat moment nog hebt, wat nu misschien heel waardevol is. Dat maakt het ontzettend ingewikkeld. Het enige wat ik denk dat je zonder meer kunt doen is dat wat we vandaag zien en waar we over horen, en waar de discussie over gaat is: laat het je niet overkomen en zoek naar mogelijkheden om daar voor jezelf proactief keuzes in te kunnen blijven maken. Dat het je niet overkomt en gedwongen wordt tot het maken van bepaalde keuzes die je niet wilt maken. Ook weer die ingewikkeldheid van wanneer is dan dat moment, ik denk dat dat recht doet aan de verschillen die heel duidelijk naar voren kwamen. Dat je dat kan doen als individu.of stel, om het initiatief te houden en daarmee dus eigen zeggenschap en eigen regie te kunnen behouden.

 

Aanvulling van Reina: er komt een uitgebreid verslag. U kunt uw naam en mailadres invullen op de presentielijst, u kunt zich aanmelden om het verslag te ontvangen, aangeven of u op de hoogte te

blijven van de Tegenlicht-Meetups in Winschoten en u kunt zich inschrijven als belangstellende of lid van cooperatie Goudvoormekaar en er zijn folders van de cooperatie Goudvoormekaar beschikbaar.

 

Dank voor uw aandacht!

 

 

 

 

 

 

 



Documenten